Nieuwkerken, 8
november 2002
Het Vlaams Platform Milieu en Gezondheid (VPMG) heeftsterke aanwijzingen dat er wel degelijk een verband bestaat tussen de grote normoverschrijdingen van dioxinen door de uitstoot vande statische verbrandingsoven van Indaver,en de te hoge dioxine-concentraties die in september jl werden gevonden inkippeneieren in de gemeenten Stabroek en Berendrecht.
De
hoge dioxine-emissies van de oven werden gemeten in de maanden juli en
augustus van dit jaar.
Het
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV)
heeft tot op heden steeds beweerd dat het dioxineprofiel
(fingerprint) van de besmette kippeneieren in Stabroek en
Berendrecht niet overeenstemmen met dat van de dioxinen die zijn
vrijgekomen bij de accidentele hoge uitstoot door de verbrandingsoven
van Indaver, die is ingeplant in de
buurt van Stabroek.
Vanuit
dit gegeven besloot het Voedselagentschap dat Indaver niet
verantwoordelijk is voor de dioxine-normoverschrijdingen
van de kippeneieren in
Stabroek en Berendrecht. DIT IS FOUT !
Het
Vlaams Platform Milieu en Gezondheid heeft op basis van de
officiële analysedocumenten de fingerprints - giftigheidsequivalent
met giftigheidsequivalent - opnieuw vergeleken en kwam tot de
onthutsende vaststelling dat de fingerprints van de dioxinen in
de eieren in grote mate overeenstemmen
met die van de door de Indaver-verbrandingsoven
uitgestoten dioxinen.
Het
is niet aan ons om te oordelen hoe het FAVV ertoe is gekomen om
foutieve analyses van de fingerprints te maken en op die manier
verkeerde informatie de wereld in te sturen. Wat wij wel weten
is dat de in september geanalyseerde kippeneieren uit Stabroek en
Berendrecht de Belgische norm voor dioxinen - 5 pg/gr/
vet - meer dan twee maal overschrijdt.
Vanaf 1
juli 2002 is de Europese dioxinenorm voor kippen 2 pg/ gr/vet.
Dat betekent dat de dioxineconcentraties in de kippen in de
gemeenten Stabroek en Berendrecht 5 maal de door de EU gehanteerde
norm overschrijden (de dioxineconcentratie in een kippenei is
immers gelijk aan die van de concentratie in de
kip).
Wat de
dioxinebelasting van de hanen betreft, daar is geen uitsluitsel over
omdat de hanen uit de streek ook niet werden onderzocht. (hanen hebben
immers geen dioxineontlasting door het leggen van eieren
en daarom liggen de dioxinewaarden hoger
dan bij kippen).
In
verontreinigde gebieden worden wat
de dieren betreft, de
hoogste dioxine-waarden gemeten bij paarden
en hengsten. Dit
werd eveneens niet onderzocht.
Op basis
van haar foute conclusie heeft het Voedselagentschap dan
ook geen maatregelen genomen om de bevolking te beschermen
tegen mogelijke consumptie van het pluimvee én van paardenmelk
die verkocht wordt voor consumptie.
Het Vlaams
Platform Milieu en Gezondheid vraagt dan
ook dringend dat het FAVV het gebied rond de Statische Oven
van Indaver zou blokkeren, en pas vrijgeven indien de
concentraties dioxines in kippen, hanen, paarden en paardenmelk aan
de Europese normen voldoen. Wij vragen ook opvolgend onderzoek
voor dioxineconcentraties in onder meer koemelk en moedermelk in
deze regio. De dioxineconcentraties in moedermelk zijn
ongeveer het tien-voudige van de dioxineconcentraties die
gevonden worden in
koemelk. (En overschrijden dus in hoge mate de koemelknorm
van 3 pg/g vet).
Het Vlaams
Platform Milieu en Gezondheid vindt het ongehoord dat er
geen toxicoloog werkzaam is binnen het FAVV. Een toxicoloog is
een expert in de analyse van giftige stoffen en kent de impact van
deze giftige stoffen op mens en milieu. Hij is dan ook het best
geplaatst om het risico
van normoverschrijdingen in te schatten en de bevolking over het risico
te informeren. Daarom vragen wij aan federaal minister van
Volksgezondheid Jef Tavernier
om aan het FAVV een toxicoloog toe te voegen.
Het
Vlaams Platform Milieu en Gezondheid vraagt tevens
aan de minister om de screening
van moedermelk toe te voegen aan de opdrachten van het FAVV.
Tot op heden wordt moedermelk beschouwd als niet verhandelbare
voeding en wordt dus niet
gecontroleerd.
|